1. Je meldt je plan aan bij het wijk- of dorpsplatform met een aanmeldformulier, deze vraag je op bij de sociaal wijkbeheerder in jouw wijk of dorp.
Op het aanmeldformulier beschrijf je je plan en voeg je een begroting toe. De sociaal wijkbeheerder kan jou helpen met het invullen van het formulier. Het formulier gaat via de wijkbeheerder naar het platform. Het plan wordt voor de wijk gepubliceerd op PlanBreda, zodat de omgeving actief mee kan denken en aangeven of ze mee willen doen. Zo kan het wijkplatform zich goed voorbereiden voor het gesprek.
2. Het wijk- of dorpsplatform gaat met jou in gesprek over het plan.
Via de sociaal wijkbeheerder hoor je wanneer en hoe het platform bij elkaar komt. Dat is namelijk per platform verschillend.
3. Het wijk- of dorpsplatform deelt “bevindingen” met jou.
Je hebt met het platform gesproken. Als het platform het een goed initiatief vindt voor de wijk dan leidt dat tot zogenaamde “positieve bevindingen”. Vindt men het niet zo’n goed idee dan zijn het “negatieve bevindingen”. Soms moet er nog wat worden bijgeschaafd aan het plan, daar kunnen ze bij helpen.
Deze bevindingen zijn nodig voor de gemeente. Vroeger beoordeelde een ambtenaar het plan, nu het wijk- of dorpsplatform. De bevindingen van het platform zijn de inhoudelijke basis voor het wel of niet verstrekken van een eventuele subsidie. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat er zonder subsidie aan het initiatief gewerkt kan worden, juist door de hulp van het platform. Ook kan het platform jouw initiatief toch niet zo’n goed idee vinden. Dan geeft ze negatieve bevindingen of geen ondersteuning.
4. Je doet een subsidieaanvraag.
Zijn de bevindingen positief en is ook de inschatting dat je subsidie nodig hebt? Dan doe je een officiële aanvraag met het aanvraagformulier. Die gaat naar de gemeente. Je krijgt van hen vervolgens een brief waarin staat dat je de subsidie krijgt of niet. Daar staat ook in waarvoor de subsidie precies is en onder welke voorwaarden. Het geld wordt vervolgens naar jou overgemaakt.
5. Je voert je plan uit! Dan is er nog 1 laatste stap: verantwoording.
Na het uitvoeren van het plan, is het nog belangrijk dat je verantwoording aflegt over hoe je je subsidie hebt besteed. Dit is altijd van toepassing op subsidies hoger dan 5000 euro. Bij subsidie onder de 10.000 euro kan een steekproef plaatsvinden, waarna je je eventueel moet verantwoorden.